Blog

Tips bij veelvoorkomende huurconflicten

Maar liefst een derde van de Nederlandse huurders heeft te maken gehad met een conflict met de huisbaas, dus wellicht u ook. De meest voorkomende oorzaak is achterstallig onderhoud (37,7%), gevolgd door huurverhoging (22,0%), onaangekondigde betreding van de woning (15,1%), hoge borg of geen teruggave van de borg (13,%) en overige (woongenot beperkende) factoren (11,9%). In een ander blog is de onaangekondigde betreding van de woning behandeld, dus lees deze voor meer info! Over de andere drie meest voorkomende oorzaken, zullen wij u wat tips geven.

Achterstallig onderhoud
Tip 1: Zorg dat u het dagelijkse onderhoud van de woning netjes bijhoudt. Dan bent u niet verantwoordelijk voor eventuele gebreken. Meld daarnaast altijd gebreken bij de verhuurder, want anders bent u mogelijk aansprakelijk voor vervolgschade. Overige onderhoudsgebreken komen voor rekening van de verhuurder en u hoeft daar dus niet voor te betalen.

Tip 2: Als een gebrek, ondanks uw verzoek, niet wordt opgepakt: kijk dan eens in het Gebrekenboek van de Huurcommissie. Voor sociale huurwoningen gelden vaste (procentuele) huurverlagingen, in de vrije huursector niet: u bent dan toegewezen op onderlinge geschilbeslechting of aan de (kanton)rechter. Geef aan bij de verhuurder dat hij verplicht is (serieuze) gebreken te verhelpen en dat u anders een huurverlaging kan vorderen.

Huurverhoging
Tip 1: In de vrije huursector geldt (voor 2022) een maximale huurverhoging van 3,3% en voor sociale huur is dit maximaal 2,3% (of 25 euro indien de (kale) huur lager is dan 300 euro). Deze verhoging moet de verhuurder met u afspreken in het huurcontract. Als de huurverhoging dit maximum overschrijdt, kan u bezwaar maken. Dit kan u doen op twee manieren: (I) voor de datum van de huurverhoging een bezwaarbrief sturen of (II) de huurverhoging niet betalen. Wel is het in beide gevallen aan te raden om vooraf in gesprek te gaan met de verhuurder.

Tip 2: Als er sprake is van woningverbetering mag de huurverhoging bovenstaande maximum overschrijden. Onder woningverbetering valt onder andere het installeren van een nieuwe badkamer, dubbel glas of zonnepanelen. Onderhoud, hoe groot dan ook, valt hier niet onder. De huurprijs mag alleen verhoogd worden als (I) minimaal 70% van de bewoners van het complex waar u woont instemt en (II) de verbetering meer comfort biedt en de huurprijs niet hoger is dan de maximale huurprijs (op basis van de puntentelling van de woning).

Hoge borg of geen teruggave van de borg
Tip 1: Verhuurders vragen soms een hele hoge borg, maar dit moet wel redelijk zijn. Op basis van recente rechterlijke uitspraken blijkt dat een borg van drie maanden kale huur nog als redelijk mag worden beschouwd. Als het aanzienlijk meer is dan dat, voldoet het (vermoedelijk) niet aan de richtlijn. Het is verstandig om dit aan te kaarten en de huurder te verwijzen naar de richtlijn.

Tip 2: In beginsel moet u de woning achterlaten zoals u deze heeft aangetroffen. Als u dit netjes heeft gedaan, heeft u recht op teruggave van de borg. Als niet in het contract staat wanneer de borg terugbetaald dient te worden, kan u (in de afwezigheid van een huurachterstand) na een maand de borg terugvragen. Krijgt u geen reactie? Stuur dan een aangetekende brief. Ook is het handig om als houvast, alvorens u ergens gaat wonen, foto’s te maken van de staat van de woning.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis spreekuur van Rechtswinkel Arnhem. Maak hiervoor een afspraak via info@rechtswinkelarnhem.nl! Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Geschreven door: Daan

Mag mijn huisbaas zonder toestemming mijn pand betreden?

Wellicht heeft u er zelf wel eens mee te maken gekregen. Stel u huurt een huis of een kamer en tijdens een avondje rustig televisie kijken op de bank gaat plots de deur open: uw huisbaas komt op bezoek. U bent verbaasd, u had hier niet om gevraagd en ook zeker geen toestemming voor gegeven. Vervolgens vraagt u zich af of dit eigenlijk wel mag. Wie weet komt uw huisbaas ook weleens langs wanneer u niet aanwezig bent op uw kamer. In deze blog zullen wij uitleggen wat een huisbaas wel en niet mag doen op dit gebied en hoe u zo’n vergelijkbare situatie het beste kunt aanpakken.

Het recht van de huurder
Als huurder geldt als een van de voornaamste rechten het recht op privacy. In het huurrecht wordt dit ook wel het recht op woongenot genoemd U hebt immers het recht om in rust van uw gehuurde woning te genieten. Dit mag dan ook niet zomaar verstoord worden. U kunt zich dan ook voorstellen dat men ongestoord moet kunnen genieten van een filmavondje op de bank! Maar wat als uw huurder dit recht niet respecteert?

Het zonder toestemming binnentreden door de verhuurder
Wanneer uw verhuurder uw woning wilt betreden moet hij hier in principe altijd toestemming voor vragen. Dit zodat het eerdergenoemde privacy recht niet geschonden wordt. Slechts in uitzonderlijke gevallen mag uw verhuurder zonder toestemming het pand betreden. Het moet dan wel echt gaan om een noodsituatie of enorme spoed, zoals een extreme lekkage of een brand.

Mogelijke oplossingen
Mocht het bij u het geval zijn geweest dat uw verhuurder uw huis is binnengetreden zonder afspraak of op een moment dat u niet aanwezig was dan staat u in uw recht om de sloten te vervangen. Zo weet u zeker dat uw huisbaas uw woning niet langer kan binnentreden zonder toestemming of wanneer u niet aanwezig bent. Voordat u dit doet kunt u ook met uw huisbaas in gesprek gaan en vertellen dat hij of zij onrechtmatig heeft gehandeld. Wij adviseren om dit altijd als eerst te proberen, om een eventuele verstoorde relatie met uw verhuurder te voorkomen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem of maak een afspraak door te mailen naar info@rechtswinkelarnhem.nl. Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Geschreven door: Jo Dee

Het belang van een testament

Een aantal jaar geleden is een pasgetrouwd stel op huwelijksreis in de Dominicaanse Republiek kort na elkaar overleden aan de gevolgen van een voedselvergiftiging. De vrouw overleed 23 minuten eerder dan de man. Omdat het stel geen testament of huwelijkse voorwaarden had opgemaakt, is de volledige erfenis automatisch naar de langstlevende partner gegaan. Toen ook de man overleed is de erfenis naar de nabestaanden van de man gegaan. Eindstand is dat de familie van de vrouw met lege handen staat, en de familie van de man de volledige erfenis heeft.

De families van de erflaters hebben geprocedeerd bij de rechter over deze verdeling. De rechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat er terughoudend omgegaan moet worden bij het niet toepassen van het erfrecht. Volgens hem moeten er zeer uitzonderlijke omstandigheden zijn om de standaardverdeling terzijde te schuiven. In de zaak van het stel heeft hij dan ook geoordeeld dat niet afgeweken moet worden van de standaardverdeling met als gevolg dat de erfenis bij de familie van de man blijft.

Het erfrecht biedt een helder kader om een erfenis te verdelen indien een erflater niets op papier heeft gezet. In veel gevallen komt daar een schappelijke verdeling uit. Maar in uitzonderlijke gevallen (zoals hierboven beschreven) kan de standaardverdeling volgens het erfrecht ‘oneerlijk’ uitkomen. Dergelijke situaties kunnen in een testament of huwelijkse voorwaarden beter worden geregeld.

Wanneer je dit wel zelf regelt, is het mogelijk om (samen met de notaris) na te denken over dit soort vraagstukken. Dit zijn geen leuke zaken om te bespreken, maar wel erg belangrijk. Hoe willen jij en je partner dat een erfenis wordt afgewikkeld? In bovenstaande situatie zou een ’30-dagenclausule’ een mogelijke oplossing zijn geweest. In deze clausule kan vastgelegd worden dat de erfenis niet naar je partner gaat indien je binnen 30 dagen van elkaar overlijdt.

Om ‘ruzie bij de kist’ te voorkomen is het dus belangrijk om je zaken goed geregeld te hebben. Het opstellen van huwelijkse voorwaarden of een testament helpen om goede oplossingen gereed te hebben voor als het moment daar is.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis spreekuur van Rechtswinkel Arnhem. Maak hiervoor een afspraak via info@rechtswinkelarnhem.nl! Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: Jeri

Proeftijd: hoe zit het?

Stel dat u een nieuwe baan hebt gevonden, maar u weet niet zeker of de baan bij u past of uw werkgever twijfelt of u wel geschikt bent voor de baan. Een proeftijd in een arbeidsovereenkomst is dan de ideale manier om antwoord te krijgen op deze onzekerheden. Hieronder wordt onder andere besproken wat de proeftijd inhoudt en welke regels er gelden bij de proeftijd.

Het doel van de proeftijd

De proeftijd is een afgesproken periode bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst waarin de werknemer en werkgever als het ware kennis met elkaar maken. De proeftijd wordt in beginsel schriftelijk vastgelegd door uw werkgever en heeft een duur van maximaal 2 maanden.

Ontslag tijdens proeftijd

Tijdens de proeftijd kan de arbeidsovereenkomst zowel door de werknemer als door de werkgever per direct worden opgezegd. In dit geval geldt er geen opzegtermijn of een preventieve toets door het UWV of de kantonrechter, maar als u als werknemer zelf ontslag neemt dan heeft u in dit geval geen recht op een WW-uitkering.

Degene die het contract opzegt binnen de proeftijd moet de wederpartij schriftelijk de reden daarvoor aangeven als de ander daar om vraagt.

De eisen bij een proeftijd

De proeftijd is terug te vinden in artikel 7:652 Burgerlijk Wetboek. Uit het artikel vloeien een aantal vereisten voort om te spreken van een geldige overeengekomen proeftijd.

Allereerst is het van belang dat beide partijen bij het aangaan van de proeftijd gelijk aan elkaar zijn. Beide partijen genieten dus dezelfde rechten en verplichtingen met betrekking tot de proeftijd. Daarnaast is vereist dat de proeftijd voor of bij aanvang van de arbeidsovereenkomst schriftelijk wordt overeengekomen. Dit is vooral ter bescherming van de werknemer. Bovendien gelden er verschillende termijnen bij het aangaan van de proeftijd, afhankelijk van de duur van de arbeidsovereenkomst.

  • Als er een contract voor onbepaalde tijd wordt gesloten, dan mag de proeftijd maximaal twee maanden duren.
  • Als er een contract voor bepaalde tijd wordt gesloten, lees: minimaal 6 maanden en maximaal twee jaar, dan mag de proeftijd een maand duren.
  • Als er een contract van twee jaar of langer wordt gesloten, dan kan de proeftijd maximaal twee maanden duren.

Let hierbij op dat er enkel een proeftijd mag worden overeengekomen als u een arbeidsovereenkomst voor minimaal zes maanden sluit.

Tot slot mag er geen proeftijd bij een opvolgend arbeidsovereenkomst worden aangegaan tussen u en dezelfde werkgever, tenzij er sprake is van een andere functie waarvoor andere vaardigheden of verantwoordelijkheden gelden.

Door: Nawal

Het retentierecht: wanneer in te roepen?

Er zijn momenten in het leven dat een ander u iets verschuldigd is, maar u het niet betaald krijgt. Neem een geval waarin u als aannemer een woning laat bouwen voor de opdrachtgever. De opdrachtgever kan of wilt u niet betalen. In dat geval heeft u op basis van de wet een retentierecht. U kunt de levering van de woning opschorten, totdat voldaan is aan de betalingsverplichtingen.

Een ander bekend voorbeeld is de fietsenmaker die zijn factuur niet betaald krijgt. Zolang de factuur niet is betaald, kunt u het retentierecht uitoefenen over de fiets. Dat betekent dat u de fiets niet hoeft af te geven, tot uw factuur is betaald. Uiteraard zijn er wel regels verbonden aan het inroepen van het retentierecht.

Wat is het retentierecht?
Het retentierecht is een wettelijke bepaling die u als opdrachtnemer kunt inroepen tegen uw schuldenaar als er aan een aantal voorwaarden is voldaan. Voor de uitoefening van het retentierecht is het allereerst van belang dat er een opeisbare vordering is tussen de aannemer en de opdrachtgever. De betaaldatum moet dus zijn verstreken. Indien er geen datum is afgesproken, is de vordering direct opeisbaar. Daarnaast moet er samenhang zijn tussen de vordering en de verplichting tot levering van de woning. U moet het retentierecht dus uitoefenen op een zaak dat betrekking heeft op de vordering. U mag bijvoorbeeld niet een andere zaak van de opdrachtgever in bezit nemen en daar het retentierecht over uitoefenen. Ten slotte moet u ook feitelijke macht hebben over de woning of een andere zaak. U moet de zaak in zodanige mate in uw bezit hebben, dat u er controle over kunt uitoefenen. 

Hoe oefent u het retentierecht uit?
Het is voor het retentierecht van belang dat het voor anderen duidelijk is dat u het retentierecht uitoefent. In het geval van een woning kunt u dat bijvoorbeeld doen door hekken te plaatsen rondom de woning. In veel gevallen zult u dan ook een bord zien met: “Het retentierecht wordt hier uitgeoefend”. Hierdoor is het voor iedereen duidelijk dat het retentierecht wordt uitgeoefend.

Indien de opdrachtgever niet tot betaling overgaat, kunt u de zaak verkopen. Hiervoor moet u in het bezit zijn van een executoriale titel. Deze titel verkrijgt u bijvoorbeeld uit een vonnis van de rechtbank. De deurwaarder kan dan beslag leggen op de zaak. Daarna zal de zaak openbaar geveild worden.

Het belang van het retentierecht
Retentierecht is als het ware een vorm van gelijk oversteken. U hoeft pas de zaak te leveren, nadat aan uw vordering is voldaan. Daarnaast is het een vorm van zekerheid dat zelfs in faillissement een voorrang geeft op andere schuldeisers.

Conclusie
Het retentierecht is een handig middel voor schuldeisers en kan door alle schuldeisers ingeroepen worden. Het is echter ook een ingewikkeld onderwerp en het is niet altijd duidelijk wanneer het van toepassing is. U kunt het alleen inroepen als aan alle voorwaarden is voldaan. In de praktijk moet dat goed onderzocht worden.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem of maak een afspraak door te mailen naar info@rechtswinkelarnhem.nl. Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: Akif

Je bent zzp’er, maar ook ondernemer?

In Nederland zijn meer dan een miljoen mensen zzp’er.Zij zullen zichzelf veelal zien als ondernemer, maar is de Belastingdienst het daarmee eens?

Als u voor uw inkomen belast wordt als ondernemer heeft dat een aantal voordelen. Zo zijn er verschillende aftrekposten voor ondernemers, waar niet-ondernemers geen gebruik van kunnen maken. Dit kan een financieel motief zijn om ergens aan de slag te gaan als zzp’er in plaats van in loondienst. Maar wordt een zzp’er wel belast als ondernemer?

Er zijn onder meer drie verschillende wijzen waarop inkomen bij een persoon belast wordt. Ten eerste als winst uit onderneming,ten tweede als loon uit dienstbetrekkingen ten derde als resultaat uit overige werkzaamheden. Hieronder wordt per categorie een aantal kenmerken besproken.

Winst uit onderneming

Om inkomen te belasten als winst uit onderneming moet onder meer sprake zijn van een ondernemer en een onderneming.

Een onderneming is in beginsel een organisatie waarbij met arbeid en kapitaal wordt deelgenomen aan de economie om winst te behalen. Daarbij is onder meer van belang of de werkzaamheden duurzaam of incidenteel zijn, of er daadwerkelijk winst wordt verwacht, hoeveel opdrachtgevers er zijn en of er ondernemersrisico wordt gelopen. Ondernemersrisico is bijvoorbeeld het risico dat afnemers niet betalen, dat er minder opdrachten binnenkomen of dat de kosten hoger zijn dat de opbrengsten.

Je bent in beginsel alleen ondernemer als je zelf de onderneming drijft en aansprakelijk bent voor de schulden van de onderneming.

Het kan onzeker zijn of er sprake is van een onderneming als er bijvoorbeeld geen risico is voor de zzp’er dat de facturen niet betaald worden of als de werkzaamheden slechts af en toe plaatsvinden.

Loon uit dienstbetrekking

Loon is alles wat uit een dienstbetrekking wordt verkregen.Om te kunnen spreken van een dienstbetrekking moet er onder meer een arbeidsovereenkomst zijn. Voor een arbeidsovereenkomst moet sprake zijn van arbeid waarvoor loon wordt betaald en er een gezagsverhouding tussen de werkgever en werknemer bestaat.Het gaat hierbij om de werkelijke situatie en niet om welke naam werkgever en werknemer hun afspraken hebben gegeven.

Als iemand als zzp’er bij een bedrijf werkt, maar het werk feitelijk niet anders is dan wat een vaste werknemer van dat bedrijf doet, kan de zzp’er het risico lopen dat de inkomsten als loon gekwalificeerd moeten worden.

Resultaat uit overige werkzaamheden

Resultaat uit overige werkzaamheden is een soort restcategorie. Als een persoon inkomsten uit werkzaamheden heeft, maar de kenmerken van een van de voornoemde categorieën niet van toepassing zijn, zal veelal sprake zijn van resultaat uit overige werkzaamheden.

Daarnaast is van belang dat er een volgorde tussen de categorieën bestaat.Zo kan er bijvoorbeeld pas sprake zijn van loon uit dienstbetrekking als er geen sprake is van winst uit onderneming.

Voor een zzp’er kan het financieel een groot verschil maken onder welke categorie de inkomsten vallen, omdat voor de categorieën verschillende regels van toepassing kunnen zijn. Daarom is het van belang te onderzoeken wat in uw situatie van toepassing is.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem of maak een afspraak door te mailen naar info@rechtswinkelarnhem.nl! Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: Luc

Contant geld: het nieuwe taboe?

Maatschappij

Contant geld was niet weg te denken uit de maatschappij. Er werd immers overal mee betaald. In de supermarkt of bij de dealer een auto contant afrekenen, het was allemaal mogelijk en zelfs de enige optie. Totdat het pinnen haar intrede deed in Nederland eind jaren 80. Sinds die tijd is de populariteit van pinnen en digitale betalingen toegenomen en dat van contant betalen drastisch afgenomen, met name in het corona tijdperk:  -43% voor het aantal betalingen en -33% aantal bestedingen in vergelijking met het jaar ervoor. Met het oog op afnemende contante betalingen rijst de vraag in hoeverre contant betalen nog gebruikelijk is en of contante betalingen geweigerd mogen worden.

Wettig betaalmiddel

Sinds 2002 is de euro de officiële (munt)eenheid in 19 Europese landen. Deze landen vormen samen de Eurozone. De euro bestaat uit acht euromunten en zeven bankbiljetten. Niet al deze munten en brieven worden evenvaak gebruikt: De 1 en 2 eurocenten worden niet meer bijgeslagen door de Nederlandse bank en in de Tweede Kamer is er een wetsvoorstel om contanten betalingen vanaf 3000 euro te verbieden en het 500 euro bankbiljet af te schaffen. Ondanks het verminderde gebruik hiervan, is contant geld nog steeds een wettig betaalmiddel. Dit betekent echter niet dat winkeliers ook wettelijk verplicht zijn om contant geld te accepteren.

Hier zijn een aantal regels aan verbonden. Winkeliers horen via raamstickers of bordjes bij de kassa duidelijk te maken dat er geen contant geld wordt aangenomen. Zo kunnen winkeliers bij contante betalingen het eindbedrag afronden, in tegenstelling tot betalingen met de pin waarbij alleen het exacte bedrag in rekening mag worden gebracht. In tegenstelling tot pinbetalingen, mogen winkeliers bij contanten afrekening ook toeslagen vragen.

De toekomst

Alhoewel de trend van digitale betalingen zal voortzetten, mede dankzij nieuwe betalingsmogelijkheden zoals de bankrekening die aan een telefoon wordt gekoppeld en betalingen met QR-code, is er nog geen wetsvoorstel om contante betalingen in zijn geheel af te schaffen. Of dit überhaupt een juridische grondslag zal hebben met betrekking tot burgers die nog steeds gebruik maken van contant geld, is nog maar de vraag.

Ondanks het dalende gebruik van contant geld aan de kassa, hoort het volgens de Nederlandse bank goed bereikbaar en bruikbaar te blijven. Het is niet alleen een wettig betaalmiddel, het is immers ook een hulpmiddel bij budgetteren en om schulden te voorkomen. Wat vaststaat is dat voor zover cyberaanvallen en pinstoringen plaatsvinden, contant geld geschikt is om te betalen. En indien het gebruik van contant geld zodanig zal afnemen, zal het altijd nog altijd een optie zijn om op terug te vallen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem of maak een afspraak door te mailen naar info@rechtswinkelarnhem.nl. Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: Pedram

Ladderrecht

Stel dat u onderhoud wilt plegen aan uw woning. De enige manier om de reparatie uit te voeren is echter vanaf het erf van uw buren. Ondanks dat u uw buren heeft gevraagd of u de werkzaamheden kan uitvoeren, geven uw buren geen toestemming om op het erf te komen. U kunt hierdoor de werkzaamheden niet uitvoeren. De vraag die dan rijst, is of u dan alsnog mogelijkheden heeft om deze werkzaamheden toch uit te voeren. In deze blog leest u wat u kunt doen indien uw buren weigeren om toestemming te geven voor deze werkzaamheden.

Onderhoud
Voor een situatie zoals beschreven in de inleiding kent het Nederlandse recht het ladderrecht. Dit recht houdt in dat men bij werkzaamheden aan een woning ook zonder recht van overpad gebruik kan maken van het erf van de buren. De wetgever staat deze werkzaamheden toe, omdat het in bepaalde situaties anders onmogelijk wordt om noodzakelijke werkzaamheden aan uw woning uit te voeren.

Vereisten
Alvorens u gebruik kunt maken van het eerder benoemde ladderrecht dient er wel voldaan te worden aan een aantal vereisten.

Het gebruik van de grond van uw buren dient allereerst noodzakelijk te zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die u gepland heeft. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om dezelfde werkzaamheden redelijkerwijs vanaf uw eigen erf uit te voeren. De werkzaamheden zijn niet redelijkerwijs uit te voeren vanaf uw eigen erf in twee situaties. (1) De eerste situatie is wanneer de werkzaamheden onmogelijk zijn om uit te voeren vanaf uw eigen erf. Denk bijvoorbeeld aan een stuk van uw woning dat alleen bereikbaar is vanaf het erf van uw buren. (2) De tweede situatie is wanneer de kosten door het uitvoeren van de werkzaamheden vanaf het eigen erf onevenredig hoog zijn. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin u een hoogwerker moet gaan huren voor een simpele schilderklus.

Het tweede vereiste om gebruik te maken van het ladderrecht is dat het logischerwijs dient te gaan om werkzaamheden die tijdelijk duren. U mag niet zonder geldige reden onnodig lang werkzaamheden uitvoeren. De werkzaamheden mogen uw buren niet onnodig lang belemmeren. De werkzaamheden dienen dan ook zo snel mogelijk uitgevoerd te worden, zodat de belemmering voor uw buren zo klein mogelijk is.

Daarnaast is het belangrijk dat u, uw buren tijdig op de hoogte brengt van uw plannen om werkzaamheden uit te gaan voeren. U dient tijdig aan te geven dat u gebruik gaat maken van het erf van uw buren. Als u aangeeft dat u gebruik wilt maken van het erf van uw buren, geeft u tevens aan wanneer u van plan bent om de werkzaamheden uit te voeren, hoe lang het uitvoeren van de werkzaamheden ongeveer gaat duren en hoe u mogelijke schade aan het erf van uw buren gaat voorkomen.

Tot slot zou het kunnen dat uw buren schade ervaren doordat uw het erf van hen gebruikt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw buren overlast ervaren. Aangezien u deze overlast veroorzaakt dient u deze schade te vergoeden. Deze compensatie hoeft echter niet vaak betaald te worden, zeker niet als het slechts gaat om kleine werkzaamheden.

Uitzondering
Het zou kunnen dat uw buren een gewichtige reden hebben om de werkzaamheden te weigeren. Het ladderrecht wordt echter niet vaak beperkt. Uw buren dienen een zeer goede reden aan te dragen waardoor het in een specifiek geval echt niet mogelijk is om werkzaamheden uit te voeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om een situatie waarin er eigenlijk geen noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd hoeven te worden en de overlast zeer groot is.

Conclusie
Indien er voldaan wordt aan de vereisten voor het ladderrecht en uw buren geen gewichtige reden hebben om werkzaamheden te weigeren dienen uw buren dus toe te staan dat u gebruik maakt van het erf van uw buren voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem of maak een afspraak door te mailen naar info@rechtswinkelarnhem.nl! Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: IJsbrand

Ontbinding van de koopovereenkomst

U heeft een product gekocht, maar u krijgt later spijt van uw aankoop. Dit kan verschillende redenen hebben. U kunt in sommige gevallen het product teruggeven en uw geld terugvragen. Het is ook mogelijk dat u het product nog niet eens hebt ontvangen, maar alsnog het geld terug wilt hebben. Wat kunt u dan doen? Hiervoor moet u de koopovereenkomst beëindigen. In welke gevallen het beëindigen van de koopovereenkomst mogelijk is, hangt af van de situatie. Hieronder volgen een aantal situaties die zich mogelijk voor kunnen doen:

Het product is in de winkel gekocht

In dit geval kunt u de koop niet ongedaan maken. U kunt in sommige gevallen het product wel ruilen als u spijt heeft van uw aankoop. Let op, de verkoper is hiertoe niet verplicht! De verkoper is dat alleen als het product niet naar behoren werkt of kapot is. De verkoper heeft immers de vrije keuze om uw product te ruilen of uw geld terug te geven. Indien u het product wilt terugbrengen, controleer dan bijvoorbeeld eerst op de kassabon of u uw koop kunt terugbrengen of ruilen. U dient zich te houden aan de regels die op de kassabon staan.

Het product is online gekocht

Het is mogelijk dat u een product online hebt gekocht en u later spijt krijgt van deze aankoop. Hiervoor gelden de regels omtrent ‘koop op afstand’. U heeft dan volgens de wet 14 dagen bedenktijd. Binnen deze termijn kunt u uw koop ongedaan maken. Dit doet u met het herroepingsformulier. Deze bedenktijd start vanaf de dag dat u uw bestelling hebt ontvangen op het door u opgegeven adres. Indien u de koop op tijd ongedaan maakt, dan is de verkoper verplicht het product terug te nemen. Anders betaalt de verkoper de verzendkosten. Dat betekent dat de kosten voor het terugsturen van het product naar de verkoper voor rekening van de consument is, tenzij de verkoper heeft nagelaten te vermelden dat de consument die kosten moet betalen. U heeft in veel gevallen echter geen recht op bedenktijd indien het gaat om een gepersonaliseerd product. Dat zijn producten die speciaal voor u zijn gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een mok met foto’s van uw vriendin erop.

Het product is niet geleverd

Een van de meest voorkomende problemen van tegenwoordig. U hebt een product gekocht via het internet of in een winkel, maar hetgeen wat u heeft besteld, komt niet binnen. U zou dan een levertijd kunnen afspreken van bijvoorbeeld 6 weken of een vaste leverdatum. U kunt ook op de website kijken welke levertijd daar benoemt staat. Daarnaast wordt in sommige gevallen inderdaad een specifieke leverdatum afgesproken. De wettelijke levertermijn van 30 dagen. Als die levertijd uitblijft, moet je de verkoper nog een extra levertermijn geven van een aantal weken. Heeft u na betaling het product niet ontvangen en bent u bang dat u bent opgelicht? Dan kunt u aangifte doen bij de politie. Het is belangrijk om na te gaan welk betaalmiddel u hebt gebruikt bij de aankoop. In sommige gevallen kunt u namelijk het geld van de betaaldienst terugkrijgen. Bijvoorbeeld bij betalingen via Paypal.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis inloopspreekuur van Rechtswinkel Arnhem. Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Door: Zohra

De mondelinge overeenkomst: verstandig of toch niet?



U kunt het zich vast voorstellen: u leent geld uit aan een vriend die u belooft het geld voor het einde van de maand terug te geven. Echter, de volgende maand is begonnen en u heeft uw geld nog niet terug! Aangezien deze overeenkomst mondeling is gesloten bent u bang dat u geen bewijs heeft en uw geld nooit meer terug zal zien. De mondelinge overeenkomst roept dan ook voor velen vragen op: is het wel verstandig en is het überhaupt rechtsgeldig?

Rechtsgeldigheid
Een mondelinge overeenkomst ziet op de uitspraken die over en weer tussen partijen zijn gedaan. Vaak wordt hierbij de term “afspraak is afspraak” ingezet. Naar Nederlands recht is voor de totstandkoming van een overeenkomst een aanbod en een aanvaarding voldoende. Dit betekent dus ook dat dit mondeling mag geschieden. Wel geldt voor deze overeenkomst dat een aanbod per se op het moment van het mondelinge aanbod aanvaard moet worden, je kan er in principe niet later op terugkomen. Een mondelinge overeenkomst is dus in beginsel altijd rechtsgeldig. Rechtsgeldig wil zeggen dat de overeenkomst afdwingbaar is bij de rechter. Een uitzondering hierop is de koopovereenkomst van een huis, deze mag niet mondeling geschieden.

Verstandig?
Dat de mondelinge overeenkomst rechtsgeldig is, wil nog niet zeggen dat het ook een verstandige zet is. Het is immers niet alleen moeilijk om te bewijzen dat de overeenkomst heeft plaatsgevonden, maar ook de inhoud is moeilijk te verdedigen. In Nederland hebben wij als uitgangspunt “wie stelt, moet bewijzen”. De partij die zich in een procedure bij de rechter beroept op de mondelinge overeenkomst zal dan ook moeten bewijzen dat deze overeenkomst heeft plaatsgevonden en wat de inhoud van de overeenkomst is. Voor bewijs zal u dan kunnen kijken naar eventuele getuigen, maar mochten deze niet aanwezig zijn geweest ten tijde van het sluiten van de mondelinge overeenkomst dan wordt het bewijs leveren direct een stuk lastiger. In sommige kwesties kan een mondelinge overeenkomst zeker een verstandige zet zijn, maar als het gaat om een gecompliceerde situatie of bijvoorbeeld een duur goed dan is het handig om toch een contract op te stellen.

Toch een schriftelijke overeenkomst?
Gezien de eventuele bewijsproblemen die vaak optreden bij het sluiten van een mondelinge overeenkomst is het in sommige gevallen verstandig om bij een overeenkomst altijd ten minste iets op papier te zetten. Een schriftelijke overeenkomst brengt immers met zich mee dat er altijd een bewijsstuk is om aan te leveren in een procedure. Bovendien kan het voor beide partijen zorgen voor meer duidelijkheid wanneer de inhoud van de overeenkomst schriftelijk wordt vastgesteld. Daarom is het, vooral bij gecompliceerde overeenkomsten, sterk aan te raden de overeenkomst schriftelijk op te stellen.

Kortom: een mondelinge overeenkomst is in de meeste gevallen rechtsgeldig. Echter, het is verstandig om altijd iets op papier te zetten zodat u te allen tijde bewijs heeft van de inhoud van de overeenkomst.


Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere vragen? Bezoek dan een gratis spreekuur van Rechtswinkel Arnhem. Maak hiervoor een afspraak via info@rechtswinkelarnhem.nl! Tevens verwijzen wij u graag naar onze website, waar u ons team en alle gedetailleerde informatie treft: www.rechtswinkelarnhem.nl.

Geschreven door: Jo Dee